De Scharlakenrode Klaproos is een meerjarige plant. Ze is lid van de Papaverfamilie (Papaveraceae) net als: Stinkende Gouwe, Slaapmutsje, Gele Hoornpapaver, Pluimpapaver, Schijnpapaver, Ruige Klaproos, Tulppapaver, Donzige Klaproos, Bleke Klaproos, Grote Klaproos, Slaapbol, Rankende Helmbloem, Vingerhelmbloem en Gele Helmbloem. Deze Klaproos wordt ook wel Reuzen Klaproos genoemd. Hij komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië (Afghanistan, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan). Het is een prachtige grote, plant met rode bloemen met een zwart hart. De bladeren zijn lichtgroen en fijn ingesneden. Dit blad verdroogt na de bloei. Deze aanpassing is noodzakelijk in het klimaat waar de Scharlakenrode Klaproos vandaan komt. De zomers zijn daar namelijk droog en heet.Het blad loopt in de herfst vanzelf weer uit als het gaat regenen.
Zet deze plant in de tuin in combinatie met andere planten die hun blad laat ontwikkelen, zodat de nagelaten kale ruimte in de zomer opgevuld wordt. Hij kan ook zeer goed in grote potten, balkonbakken of andere containers worden gekweekt. Ook kan deze plant op een balkon worden gekweekt. De Scharlakenrode Klaproos zaait zichzelf gemakkelijk uit, daardoor is het ook een prachtige plant voor de verwilderde natuurtuin. Bijen en andere nuttige insecten zijn ook gek op deze plant. Deze plant bloeit van mei t/m juli. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen. Knip de plant in het voorjaar helemaal af en daarna groeit hij vanzelf weer aan. Winterharde meerjarige. Hoogte: 50 – 100 cm.
Indoor sowing: march - april
Outdoor sowing: may - july
Germination: 10 - 20 days
Germination temp.: 19 - 21 °C
Sowing depth: ½ - 1 cm
Sowing in rows: 35 cm
Plant distance: 35 cm
Plant position: sunny
Flowering period: june - july
Sow indoors from march or outdoors under glass. Sow in trays filled with moist potting soil. Sow thinly and cover the seeds with a thin layer of soil. Keep warm and don't let the temperature drop during the night. Cover the trays with clingfilm or a lid. Keep moist and warm.
Remove the clingfilm or lid when the seedlings emerge. Put the seedlings, when they're approx. 5 - 7½ cm in size in seperate pots. Harden them of for approx. 10 days during the day in may, when there's no longer any danger of nightfrosts. Put them afterwards on their permanent spot. Keep 35 cm apart.
Sow outdoors on a well prepared seedbed from the end of may, when there's no longer any danger of nightsfrosts. Sow in rows and cover the seeds with a thin layer of soil. Put the seedlings on their permanent sunny spot with shelter and free draining soil when they're large enought to handle. This plant doesn't require a perticular soil type. Water with drought. This plant can reseed itself. Cover the plant in winter with mulch. This plant is poisonous when eaten.